Beter een goede buur dan een verre vriend     

In tuindorp Frankendael, een wijkje in Amsterdam Oost, is het prettig wonen. Bewoners staan voor elkaar klaar. Kevin en Pieter hebben er uitstekend contact met buurman Ruud. We gaan met deze drie bewoners in gesprek over buurtcohesie en onderzoeken of tijdelijke huurcontracten hier invloed op hebben.  

Pieter, Kevin en Ruud hebben een druk bestaan. Zo is Pieter in het dagelijks leven leraar op een basisschool. Kevin studeert bedrijfs- en consumentenwetenschappen. Ruud is sinds een aantal jaar trambestuurder bij het Gemeentelijk Vervoers Bedrijf (GVB). Daarvoor was hij 30 jaar theatertechnicus, waarvan 20 jaar als zelfstandig ondernemer. Ruud is de technische man van de bewonerscommissie en houdt zich eveneens met monumentaliteit bezig. Hij woont al lang in het Watergraafsmeerse tuindorp. Zeventien jaar om precies te zijn. Kevin en Pieter wonen er nu tweeënhalf jaar.

De Key werkt sinds 2016 hoofzakelijk met jongerencontracten. Pieter en Kevin hebben zo’n jongerencontract. Een jongerencontract is een tijdelijke overeenkomst voor huurders onder de 28 jaar. In 2021 lopen de eerste jongerencontracten af. Deze vijfjarencontracten worden dit jaar eveneens geëvalueerd. Dit staat in de samenwerkingsafspraken die de huurdersverenigingen samen met de gemeente Amsterdam en de corporaties hebben gemaakt.

We gaan met Ruud, Kevin en Pieter in gesprek.

Kevin en Pieter

Jullie wonen in een wijk die in 2010 monumentaal is verklaard. Hoe is het om hier te wonen?  

Pieter: ‘Heel erg fijn. We wilden een plek met een buitenruimte en veel groen. Dat is hier zeker het geval. Ik woonde hier eerst alleen. Na een tijdje kwam Kevin hier ook wonen. Bewoners maken graag een praatje met elkaar. We hebben vooral contact met bewoners die hier al lang wonen. Eén van die bewoners is helaas vorig jaar overleden. Er hebben weleens bewoners hulp nodig. We proberen dan altijd te helpen. Bijvoorbeeld met het onderhouden van de voortuintjes. Soms komen we bewoners op verrassende plekken tegen. Zo waren we een keer in Ruk & Pluk, een café in Amsterdam-Oost. Daar bleek onze buurvrouw één van de stamgasten te zijn. Ze stond daar op talloze foto’s.’

Kevin: ‘Ik sluit me helemaal bij Pieter aan. Het is hier prettig wonen. Dit tuindorp lijkt op het dorpje in Zwitserland waar ik ben opgegroeid. Ik woonde op de Albert Cuyp, dat is ook een fijne plek maar wel heel anders dan hier. Buren delen veel met elkaar. Als wij bij mijn familie in Zwitserland zijn geweest, brengen we vaak chocolade voor de bewoners hier mee.’

Ruud: ‘Het is hier inderdaad fijn wonen. Je zit heerlijk in de rust en tegelijkertijd ben je op de fiets binnen 10 minuten in de chaos van Amsterdam. Dat is echt ideaal. Bewoners nemen regelmatig iets voor elkaar mee. Zo is hier een gezin dat na hun vakantie in Marokko altijd koekjes meebrengt. Alleen als ik de loterij win en een huisje in Schellingwoude kan kopen, ga ik hier weg. Anders vertrek ik alleen tussen zes plankjes.’

Wat zijn jullie ideeën om het contact tussen buren te bevorderen?     

Kevin en Pieter: ‘Een barbecue voor iedereen die hier aan het hofje woont zou fantastisch zijn. Zo leren bewoners elkaar kennen. Het helpt om langs de deuren te gaan en mensen persoonlijk uit te nodigen. Dat vergroot de kans dat bewoners komen. Verder is een buurtapp handig om bewoners met elkaar in contact te brengen. De bewonerscommissie kan hier een rol bij spelen. Een besloten Facebookgroep lijkt ons ook een goed idee. Het is goed voor het contact tussen bewoners en het kan de zichtbaarheid van de bewonerscommissie vergroten. We kunnen ook een tuinteam maken om zo samen de voortuintjes aan te pakken.’

Ruud: ‘Zo’n tuinteam is inderdaad een goed idee. Net als een barbecue trouwens. We wilden als bewonerscommissie al heel lang iets aan de voortuintjes doen. Kevin en Pieter helpen hun onderbuurvrouw geregeld met haar voortuintje. Wat dat betreft zijn het echt modelburgers. Ik kan me overigens wel voorstellen dat als je ergens 5 jaar woont, je niet veel geld wil investeren in je huis. Dan is het misschien aantrekkelijker om je tuin vol te gooien met stenen omdat dit minder onderhoud vraagt. Ik ben bang dat de voortuintjes in de wijk er dan minder fraai uit gaan zien. Wat dat betreft is het afwachten wat voor effect die tijdelijke jongerencontracten hebben.’

Kevin en Pieter zien een Facebookgroep als een manier om het buurtcontact te bevorderen. Denk jij daar ook zo over Ruud?

‘Ja zeker. De bewonerscommissie kan zich daar met een groepsfoto en een tekstje voorstellen. De huidige generatie ouderen kan ook aardig met Facebook overweg dus die zul je er ook mee bereiken. De kringloopwinkel hier in de buurt heeft een Facebookpagina voor de buurt opgezet. Daar kunnen wij ons door laten inspireren, ook al richten wij ons alleen op de huurders van De Key. Iemand die een paar uurtjes vrij heeft en hulp aanbiedt, kan dat ook in de groep zetten. Om te peilen wat er onder bewoners leeft, kunnen we één keer per maand een poll plaatsen. We kunnen bewoners naar suggesties vragen en hen uitdagen om online met elkaar te discussiëren. Als je elkaar al eens online gesproken hebt, wordt de drempel kleiner om elkaar op straat aan te spreken. En dat is natuurlijk wat je wil.’

Jullie hebben goede ideeën om buren met elkaar in contact te brengen. Hebben jullie het idee dat een jongerencontract invloed heeft op de wijze waarop iemand zich voor zijn buurt inzet?      

Pieter en Kevin: ‘Deels. We hebben een goed burencontact en helpen graag met allerlei klussen. In die zin kan je met een jongerencontract dus ook veel aan de buurtcohesie bijdragen. Tegelijkertijd maakt het bij grotere projecten, zo’n tuinteam bijvoorbeeld of een bewonerscommissie, misschien wél uit hoe lang je ergens kan wonen. We worden toch wel ontmoedigd omdat we over een paar jaar weer moeten vertrekken. Je staat er dus anders in. Dat betekent niet dat we ons niet willen inzetten natuurlijk, graag zelfs, maar je kan er, als je hier permanent zou wonen gewoon meer uithalen. Het heeft meer zin om er tijd in te investeren.’

Ruud: ‘Ik heb het idee dat je door de constante beweging van mensen die er door jongerencontracten steeds meer zal zijn, je een stuk van je cohesie kwijtraakt. Elke bewoner met een vast contract zal wanneer hij vertrekt, worden vervangen door iemand met een tijdelijk contract. Met een tijdelijk contract loont het niet om energie in je woonplek en buurt te investeren. Kevin en Pieter investeren zeker in de buurtcohesie maar we hebben hier ook tijdelijke bewoners gehad die dat helemaal niet deden. Die vonden burencontact minder belangrijk omdat ze hier toch maar een paar jaar zaten. Het is ook gewoon jammer dat wanneer je leuk contact met de buren hebt, zoals ik nu met Kevin en Pieter, ze weer weg moeten. Als je op een gegeven moment een goede buur hebt, is het ook fijn om die te behouden. Tijdelijke contracten zorgen voor veel onzekerheid bij de achterblijvers. Je krijgt telkens met nieuwe buren te maken waarvan je niet weet hoe het contact zal zijn. Elke vijf jaar moet je maar zien wie je krijgt. Het is ook voor kwetsbare bewoners prettiger wanneer ze in een wijk wonen met veel vaste gezichten. Dat geeft rust. Een stabiele wijk heeft de veerkracht om iemand er bovenop te helpen als dat nodig is. ’

Portret van Ruud

Kevin en Pieter, over een paar jaar zullen jullie hier weer moeten vertrekken. Wat vinden jullie daarvan? Hoe kijken jullie, met andere woorden, aan tegen zo’n jongerencontract?

Kevin: ‘Er zitten voor- en nadelen aan. Het goede aan een jongerencontract is dat ook andere jongeren de kans krijgen om in ieder geval een aantal jaar in een betaalbare woning te zitten. Alhoewel wij straks moeten vertrekken, gunnen we deze woning dus ook aan een andere jongere. Als wij hier vijf jaar mogen zitten, dan is het eerlijk dat een ander dat ook mag. Bij gebrek aan beter, dat zeggen we er wel bij. Want het zou natuurlijk ook fijn zijn als je zelf kon bepalen wanneer je weggaat.’

Pieter: ‘Een jongerencontract heeft inderdaad voor- en nadelen. Voor mij was een jongerenwoning wel een kans om snel aan een betaalbaar huis te komen. Ik heb langer over mijn studie gedaan en zat nog in een studentenwoning. Toen ik afgestudeerd was, stond ik voor een jongerenwoning lang genoeg ingeschreven bij Woningnet. Op een huis met een contract voor onbepaalde tijd, maakte ik vanwege mijn inschrijfduur weinig kans. Kevin krijgt hopelijk ook een vaste baan. Dan kunnen we straks samen naar een andere woning zoeken. Ik heb er vertrouwen in dat dit lukt. Voor onze buren is het natuurlijk jammer dat wij niet kunnen blijven. Wij zijn erg op elkaar gesteld. Door veel tijdelijke contracten moet je als vaste bewoner maar afwachten wie er steeds komt wonen.’

Ruud: ‘Ik zou jongerencontracten heel redelijk vinden als er ook een redelijk alternatief wordt geboden ná die vijf jaar. Dat redelijke alternatief is er echter niet. Het middensegment in de huursector ontbreekt compleet. Kopen zou een alternatief kunnen zijn maar dan moet er wel iets betaalbaars te vinden zijn. Dat is niet het geval. Zeker niet in Amsterdam. Ik hoop van harte dat het Kevin en Pieter wél lukt om straks een mooie plek te vinden.’