Op donderdag 5 september 2024 vond het door Kences georganiseerde Congres Studentenhuisvesting 2024 plaats. Deze bijeenkomst bracht een diverse groep mensen samen die betrokken zijn bij studentenhuisvesting, waaronder studenten, beleidsadviseurs, bestuurders, beheerders en directeuren.
De dag begon met een toneelstuk over hospiteren. Op een herkenbare manier, bevestigd door de reacties uit het publiek, werd het proces van hospiteren zichtbaar. De hospitant was eigenlijk al te laat, het grondig bespreken van de potentiële huisgenoten was namelijk al begonnen. Maar de hospitant liet zich niet zomaar wegsturen, de nood om een kamer was namelijk erg hoog. Ze begon van alles over zichzelf te vertellen, gepaard met een tas voor attributen om de huisgenoten te overtuigen om haar te kiezen voor de kamer. De huisgenoten waren wat sceptisch en vroegen haar het hemd van het lijf. Tijdens de ondervraging werden de volgende dingen duidelijk; de kamer was klein en donker, achterstallig sanitair, schimmel in de badkamer en nog meer gebreken voor een veel te hoge huurprijs. Maar de aanhouder wint, ze heeft zich door alle vragen heen gemanoeuvreerd en ze heeft de kamer gekregen!
Na deze opening heette Jolan de Bie, directeur van Kences, de deelnemers welkom. Het congres ging verder met verschillende sprekers die uiteenlopende onderwerpen aan de orde stelden. Eén spreker betoogde dat het hospiteren dehumaniserend kan zijn. Een andere spreker noemde dat studenten vaak op zoek zijn naar gezelligheid, niet naar nieuwgebouwde studio’s. Er werd gediscussieerd over de stellingen ‘hospiteren kan niet zonder uitsluiten’, ‘hospiteren is de beste manier om een goede huisgenoot te vinden’ en ‘hospiteren past niet meer in deze tijd’. Vervolgens werden er alternatieven voor hospiteren besproken, kan het namelijk in de vorm niet een beetje lijken op een sollicitatiegesprek met dezelfde vragen voor iedereen? Om zo het hospiteersysteem, dat gepaard gaat met institutioneel uitsluiten, te verbeteren.
Een belangrijk onderdeel van het congres was de lancering van het landelijke platform voor studentenhuisvesting door Mona Keijzer. Ze vertelde dat studentenhuisvesting belangrijk is omdat studenten bijvoorbeeld door reisafstand niet anders kunnen maar dat het ook nodig is voor de instroom van internationale studenten. Verder kaartte ze het belang van het rekening houden met de studenten aan. Dus moeten er niet alleen maar studio’s gebouwd worden maar ook onzelfstandige woningen met gedeelde voorzieningen.
Daarnaast werd de situatie van mbo-studenten belicht. Deze studenten worden in de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting (LMS) prominenter in beeld gebracht. Ongeveer 20% van hen is uitwonend. Dit relatief lage aantal heeft te maken met financiële redenen en het niet vinden van een geschikte woonruimte. Het tekort aan woningen, dat ongeveer 23.000 bedraagt, bevat nog niet eens de mbo-studenten.
De woonwensen van studenten variëren: jongere studenten geven vaak de voorkeur aan sociale woonvormen met gedeelde voorzieningen, terwijl oudere studenten vaak op zoek zijn naar zelfstandige woonruimtes. De impact van huurtoeslag en andere factoren beïnvloedt deze voorkeuren.
Concluderend blijft de woningmarkt een interessant maar frustrerend onderwerp. Zo is het tekort in woningen voor studenten fors. Maar fijn om te merken dat er gedreven mensen zijn die zich inzetten voor studenten en hun huisvesting.