Al een tijdje staarde de afgebroken hoek van de afzuigkap boven het fornuis me schuin aan. ‘Wat denk je ervan? Ga je er nog wat aan doen ?’ grijnsde het lelijke gat in de ochtend. De eerste aandrang om woningcorporatie Lieven de Key hiervoor te benaderen zakte even snel weg als het opkwam. De timmerman in vaste dienst zei me dat dat geen zin heeft. Hij adviseerde me op internet maar naar het typenummer te zoeken en dan het onderdeel los te bestellen. Het natuurlijke gevolg was dat het project ‘afgebroken hoek afzuigkap’ voor onbepaalde tijd in de ijskast belandde. Het wachten was op een vitaal moment van actiebereidheid van mijn kant en ‘genoeg is genoeg’.
En jawel, op 12 september zag ik mezelf de website van Lieven de Key openen en de link reparatieverzoek aanklikken. Na twee weken ging de telefoon. “Met Businesspoint. We bellen over de afzuigkap. Kunt u foto’s van de afzuigkap opsturen?” Een week later werd ik gebeld door installatiebedrijf Vonk. Ik maakte een afspraak voor 26 oktober ter installatie van een nieuwe afzuigkap.
Op 26 oktober kwamen twee monteurs van installatiebedrijf Vonk met een groot zwaar pakket, verpakt in karton, hijgend bovenaan het trappenhuis. Nog zwaar ademend van het vier hoog zonder lift, zetten ze het grote nauwelijks te hanteren pakket in de keuken. De kleinste van de twee bekeek de oude gehavende kap en zijn gezicht betrok. “Daar kunnen we niets mee”, zei hij gedecideerd. “Er moet eerst een schakelaar gemonteerd worden en dat moet Lieven de Key doen.” “Ik heb toch een foto gestuurd?”, probeerde ik nog. De man haalde zijn schouders op. Tja, daar kan hij ook niets aan doen. Onverrichter zake gingen ze weg, het zware pakket met z’n tweeën weer omlaag torsend.
De volgende dag , 27 oktober, belde ik het algemene nummer waarop Lieven de Key voor bewoners bereikbaar is. Na twintig minuten kalmerende muziek werd ‘Killing me softly’ halverwege afgebroken.
“Met Lieven de Key … waarmee kan ik u helpen? Oh dat is vervelend. Heeft u een moment. Dan zal ik het uitzoeken.” De medewerker werd afgelost door rustgevende pop. Midden in Andre Hazes’ ‘Zo heb ik het nooit bedoeld.’ klonk de stem van de medewerker weer. “Ik heb het even voor u uitgezocht. Ik heb het doorgezet. En er zal contact met u worden opgenomen door de firma Relectra.” “Waar is het hier dan misgegaan?”, vroeg ik. “Ik heb speciaal foto’s opgestuurd van de oude kap en het plaatje met het typenummer. Jullie hadden dit toch moeten weten?” “Ja, er gaat wel vaker iets fout bij Businesspoint.”, luidde het gelaten. “Maar dat is nu voorbij. U zult nu gebeld worden door Relectra.”
Vier dagen later, op 1 november ging de telefoon. “Met Relectra. We bellen om een afspraak te maken voor de afzuigkap.” Het werd 6 november, tussen twaalf en twee uur. Op 6 november vroeg in de ochtend ging de telefoon. Het was Relectra met een ongewoon verzoek. “Kunnen we wat vroeger komen? Elf uur kan dat?” Ja natuurlijk kan dat. Ik had inmiddels speciaal verlof voor de afzuigkap gekregen.
En echt: om kwart over elf ging de bel en twee kleine mannen in werkmansbroeken kwamen boven. Het wonderlijke was dat ze niets bij zich hadden. Geen kap, geen schakelaar, geen gereedschap. Toen ze op adem waren gekomen van de trap, keken ze me vragend aan. “Wat moet gebeuren?”, zei de ene terwijl hij zoekend de keuken rondkeek. Ik wees op de afzuigkap met de afgebroken hoek. “Nieuwe afzuigkap.” Ik hield de conversatie maar zo sober mogelijk, zodat er geen misverstanden zouden kunnen ontstaan. Hij keek onderzoekend naar de kap en keerde zich dan niet begrijpend naar me toe. Nee, dat zei hem niets. “ Maar, opzichter in de buurt, misschien hij weten.” Hij pakte zijn mobiel en belde. Na een kort gesprek, met de mobiel als bewijs naar me toe gericht, bracht de kleine man mij het verlossende nieuws. “Hij komen.” “Hoe lang gaat dat duren?”, vroeg ik. Hij haalde zijn schouders op. “Misschien kwartier?”
Na vijftien minuten wachten kwam een derde man boven. Aan de alerte blik was de leidinggevende herkenbaar. Hij liep met doelgerichte motoriek direct door naar de keuken en onderzocht de afzuigkap. “Die ken ik wel. Dat is de A2ZZ.” Hij maakte een foto van het typeplaatje. “Daar is geen schakelaar voor nodig. Die kunnen we gewoon vervangen. Wanneer kunt u? Morgen kan er al iemand langskomen.” We maakten direct een afspraak voor de volgende dag om twaalf uur. De twee kleine mannen in werkmansbroek liepen gedwee achter de opzichter aan naar beneden.
De volgende middag ging om twaalf uur de voordeurbel. “Relectra hier. Moet ik hier zijn voor de afzuigkap? “ Zou het dan toch gebeuren nu? Een man kwam zwetend boven, zonder de werkmanstuinbroek maar met, jawel, een afzuigkap en nog wel dezelfde als er nu hangt. Hij zet de kap neer in de keuken en inspecteerde de te vervangen kap. “Oh, daar heb ik nog wat voor nodig. Even naar beneden. Kunt u misschien meelopen? Dat is makkelijker.”
Ik was al lang blij dat we in deze fase van het installatietraject aanbeland waren. Al vraagt ie me het dak op te klimmen. Bereidwillig en hoopvol liep ik mee naar beneden. Hij opende de achterdeur van een VW-busje met daarop de naam Relektra. “Is het niet Relectra met ‘n c?”, vroeg ik bijdehand. “Nee”, kwam het verrassende antwoord. “Dat is de firma die het naar mij heeft doorgezet. Ik heb verder niets met hun te maken.” Ik kwam in lichte trance. Relectra met een ‘c’ heeft dus een opdracht gegeven aan Relektra met ‘k’, maar ze hebben niets met elkaar te maken. Relektra met een ‘k’ blijkt een eenmansbedrijfje dat klusjes uitvoert als onderaannemer. Intussen gaf de zzp’er mij een gereedschapskist en zelf pakte hij een stofzuiger. Boven aangekomen zetten we kist en stofzuiger op de grond. Hij begon een inspectie van de kap.
“Oh dat moet dan zo”, mompelde hij in zichzelf. “En dan dat eraf en dan..” “Als u iets nodig heeft hoor ik het wel”, zei ik gedienstig. “Ik zit hier in de kamer.” Na wat gerommel hoorde ik ‘m licht steunen. “Kunt u misschien dit omhooghouden?” vroeg hij vanuit de keuken. Ik ging de keuken in en kwam net op tijd om de half loshangende kap op te vangen, waar de man gebukt onder stond. “Als u hem nu even vasthoudt, dan pak ik een andere sleutel.” We stonden wel erg dicht tegen elkaar nu. Toen de laatste bout gehacheld was legden we de losgemaakte oude kap op de keukenvloer. “Dank u. Dat was het.” Hij veegde het zweet van zijn voorhoofd.
Even later stak hij zijn hoofd om de kamerdeur. “Heeft u toevallig een losse stekker?” Het bleek dat er wel een snoer aan de afzuigkap zat, maar geen stekker. “Nee die heb ik niet in huis.”, zei ik. “Dan moet ik die halen”, zei de man. “Ja, daar moet ik toch voor naar de Watergraafsmeer.” Waarom ze alleen daar zo’n stekker hebben vroeg ik maar niet. “Ja, dat moet u dan maar doen.”, zei ik, me realiserend dat Watergraafsmeer, minimaal drie kwartier rijden is vanuit Westerpark, de verkeerssituatie in de binnenstad kennende.
De man was al een tijdje weg toen de telefoon ging. “Met installatiebedrijf Vonk. Kunnen we een afspraak maken voor de afzuigkap?” Mijn lichte staat van trance ging over in hallucinatie. Ik hapte naar adem. “Nee hoor, dat is niet meer nodig. Dank u wel.”
Na een uur ging de deurbel en kwam de klusjesman, buiten adem, mijn woning binnen. Met stekker, dat wel. Toen de nieuwe kap hing en een test uitwees dat het licht onderaan de kap het deed, pakte meneer Elektra zijn spullen bij elkaar. Ik had nu zelfs te doen gekregen met de zwoegende éénpitter en wilde hem iets aanbieden. “Wilt u een glaasje water?”, zei ik. “Dank u. Ik moet echt naar de volgende klus. En ik ben al te laat.” Zwaar beladen liep hij de trap af naar zijn busje. Met de voordeur kon ik een traject afsluiten. Na tweeënhalve maand had ik een nieuwe afzuigkap. Met een ‘k’.