Onveiligheid in de woning
Het allesoverheersende gevoel in de verwaarloosde woning was onveiligheid. Elk moment kon mijn kamerdeur, die zonder slot was, opengaan en kon de druipsnor in de vlekpyjama onaangekondigd binnenkomen.
Het was duidelijk: ik moest zo snel mogelijk een ander onderdak vinden.
Inschrijven bij woningcorporaties
Amsterdam kende een rijk aanbod van woningbouwverenigingen. Om zoveel mogelijk kans te maken op een nieuwe woning, besloot ik me bij alle corporaties aan te sluiten die ik maar kon vinden. Ik schreef me in bij verenigingen met illustere namen als: Zomers Buiten, Patrimonium, Het Oosten, De Dageraad
Voor de vereiste, toen nog analoge, administratieve handelingen kwam ik in allerlei winderige uithoeken van Amsterdam terecht, waar ik later nooit meer zou komen.
De hoofdbewoner in het ziekenhuis
Intussen was er een ontwikkeling in het appartement aan de Hoofdweg. De hoofdbewoner was opgenomen in het ziekenhuis. Hij belde dat hij iets gebroken had, maar het was onduidelijk of hij gevallen was of in conflict was geraakt met een onderwereldfiguur.
Hij vroeg mij een tasje met kleding te brengen.
Conflicten op zaal
Hij lag op zaal met vijf anderen en had al snel conflicten met patiënten en personeel. Hij klaagde voortdurend, beschuldigde anderen van diefstal en eiste overplaatsing.
Tijdens zijn monoloog hield hij zijn omgeving scherp in de gaten. Hij sprak over Zwarte Kees, over Leo Fuld, over een boek dat verfilmd zou worden, over geld dat hij tegoed had, en over een verpleegster die van hem gestolen zou hebben.
Geen verzinsel of leugen ging hem te ver. In mijn verbeelding loste hij met elke leugen beetje bij beetje op, tot er tenslotte een leeg bed overbleef. Een week na mijn bezoek gaf het ziekenhuis gehoor aan zijn eis: hij mocht naar verzorgingshuis Avondvreugd.
Wachtlijsten en teleurstellingen
Intussen kreeg ik meldingen van leegkomende woningen bij corporaties waar ik me had ingeschreven. Maar ik stond nog niet hoog genoeg op de wachtlijst. Anderen kregen de woningen toegewezen.
Een kans via Mart
Totdat ik een telefoontje kreeg van Mart, een kennis uit de reclamewereld. Hij had een woning aangeboden gekregen van corporatie Lieven de Key, maar wilde er geen gebruik van maken. Hij dacht dat ze voor een serie net opgeleverde woningen op Kattenburg snel kandidaten zochten.
Ik reageerde dezelfde dag en jawel: ik kon er per direct in.
De dreiging van de verhuurder
Het was halverwege de maand; de huur voor de Hoofdweg had ik al betaald, plus de borg. Hoe zou ik dat regelen met mijn paranoïde verhuurder, die dreigde met onderwereldcontacten?
Telefonisch meldde ik dat ik per de eerste van de volgende maand weg zou zijn en de huur opzegde. Zijn reactie was voorspelbaar: hij zou wel iemand langs sturen, maar niet om de borg te overhandigen.
Het vooruitzicht was duidelijk: de laatste dagen in het huis aan de Hoofdweg zouden niet de meest relaxte zijn.
