Inkomensafhankelijke huurverhoging

De huishoudverklaring en het huurverhogingspercentage bij zelfstandige sociale huurwoningen (de inkomensafhankelijke huurverhoging)

Ook dit jaar valt hij binnenkort bij u in de bus: de jaarlijkse huurverhoging met ingang van 1 juli 2018. Deze wordt voor sociale huurwoningen, voorafgegaan door het algemene bericht van de belastingdienst aan de huurder dat er een huishoud(inkomens)verklaring door hen is afgegeven aan de corporatie. De belastingdienst geeft geen gespecificeerde inkomensgegevens aan de verhuurder. Er rijzen bij huurders nogal eens vraagtekens over privacybescherming bij dit beleid, maar in de overheidscirculaire MG2018-01 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 8 februari 2018 lijkt de mogelijkheid van schending hiervan, door wet-en regelgeving, behoorlijk dichtgetimmerd door allerlei sancties.

Via de huishoudverklaring weten de corporaties door middel van een code tot welke inkomenscategorie u behoorde op 1 juli 2016, aangezien de toetsingsdatum die van 2 jaar terug is. Men doet dit omdat na 2 jaar vrijwel zeker is dat het inkomen als definitief is vastgesteld door de belastingdienst. Het huishoudinkomen bestaat uit het gezamenlijk verzamelinkomen van het aantal bewoners van het huis en is het inkomen uit werk en woning (box 1), het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (box 3). Van inwonende jongeren jonger dan 23 op 1 januari 2018 wordt alleen het inkomen boven het minimumloon 2016 (€ 19.758) meegeteld. De corporatie kan door de codes op de huishoudverklaring de inkomenscategorieën bepalen voor de nader op te leggen huurverhoging. Die betreffende inkomenscategorieën zijn:

  • U: Huishoudens met iemand in de AOW-leeftijd of huishoudens die uit meer dan vier personen
    bestaan. Voor deze groepen geldt niet de inkomensgrens van € 41.056 en zij krijgen daarom geen extra huurverhoging als zij een inkomen hebben boven € 41.056.
  • N: het huishoudinkomen is niet hoger dan € 41.056
  • J: het huishoudinkomen is hoger dan € 41.056
  • O: geen inkomensgegevens bekend voor dat adres (betekent meestal dat het inkomen nihil is)

Voor huishoudens in de categorie N is de maximale huurverhoging per 1 juli 2018 3,9% (1,4% inflatie + 2,5 procentpunt). Dit geldt ook voor de categorie U. Voor de groep J is de maximale huurverhoging 5,4. Voor onzelfstandige woningen zoals kamers en woonwagens geldt een maximum huurverhogingspercentage van 2,9%. %. Voor geliberaliseerde huurovereenkomsten geldt geen maximale huurverhoging.

Corporaties hebben elk jaar te maken met de wettelijke maximale huursomstijging waarbinnen ze de huurverhogingspercentages mogen variëren. Die huursom is dit jaar vastgesteld op 2,4%. De huursom is het bedrag van alle huren bij elkaar van de gereguleerd (niet geliberaliseerd) verhuurde zelfstandige huurwoningen in zowel de maatschappelijke als de commerciële voorraad van de corporatie. Bij het berekenen van de huursomstijging wordt de gemiddelde huurprijs van de verhuurde woningen op 1 januari 2019 vergeleken met die van 1 januari 2018. De corporaties kunnen er dan voor kiezen om bepaalde woningen een minder stijgingspercentage te geven dan 2,4% en andere meer dan 2,4%.

Elk jaar krijgt Huurdersvereniging Arcade een adviesverzoek van De Key om het door de Key bedachte plan voor de verdeling van de huurverhogingspercentages en de staffels die ze daarbij hanteren, te beoordelen en met een adviesvoorstel te komen. Ook dit jaar heeft een werkgroep huurverhoging zich hierover beraad.

Stekeltje, april 2018