De nieuwe Wet vaste huurcontracten: een verbetering?

Met de aangepaste wet worden vaste huurcontracten (voor onbepaalde tijd) weer de norm in plaats van tijdelijke flexcontracten van maximaal twee tot vijf jaar. Hiermee hebben huurders weer iets meer zekerheid, uitgezonderd studenten en jongeren. Cok Oostveen, activistisch huurder en vrijwilliger bij Arcade, is daarom niet onverdeeld enthousiast over de nieuwe wet. Hieronder zijn betoog.

 

Terras van café De Zuid, Azartplein 2A, aan de Zuidas. Foto: Doriann Kransberg, Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Onlangs heeft de Tweede Kamer een wet aangenomen met een verbod op tijdelijke huurcontracten. Dit zal het misbruik van tijdelijke contracten, met name bij particuliere verhuurders, moeten tegengaan. Voordat deze wet definitief wordt moet de Eerste Kamer akkoord gaan.

Het verbod op flex is niet absoluut. Er zijn uitzonderingen voor beperkte situaties en voor bepaalde doelgroepen. Voor studenten wordt het campuscontract gehandhaafd. En voor jongeren blijft een 5-jarig contract nog steeds mogelijk. Afgevraagd kan worden of deze laatste uitzondering wel zo verstandig is.

Lieven de Key zet met haar beleid vol in op jongeren en tijdelijke contracten. Ook de andere woningcorporaties doen hier aan mee maar in iets mindere mate. Afgevraagd kan worden of dit wel eindeloos kan doorgaan, jongeren de woningmarkt instampen en dan maar zien wat er uit komt? Want waar moeten die jongeren heen als zij na die 5 jaar, plus misschien 2 jaar verlenging, hun woning uit moeten? Kunnen zij tijdig andere woonruimte vinden op de overspannen Amsterdamse woningmarkt of komen zij op straat te staan?

Ex-jongeren missen de boot

Het ziet ernaar uit dat veel ex-jongeren de boot zullen missen. Op zich een goede reden om dit eenzijdige beleid van tijdelijke jongerencontracten sterk te minderen of helemaal te stoppen. Daarnaast zijn er nog meer redenen om met dit beleid te stoppen. Een ervan is de eenzijdige ontwikkeling van Amsterdam – en overigens ook van andere grote steden – in relatie tot de wijde omgeving van die grote steden.

We concentreren ons op onze eigen situatie. Amsterdam was in de jaren na de wederopbouw (de jaren vijftig van de vorige eeuw) enigszins in verval geraakt. Weliswaar waren er veel woningen bijgebouwd, met name in Nieuw West en de Bijlmer was de stad flink uitgebreid, maar economisch deed Amsterdam het niet goed. Het centrum en de 19de eeuwse wijken waren in verval geraakt, de speculatie op de huizenmarkt met leegstand was toegenomen, er kwam verkrotting en het ‘stapelen’ van werkende migranten in bepaalde buurten.

De stad had een positieve impuls nodig. Die kwam in de jaren ’80 met de stadsvernieuwing. Kleinschalig en gericht op bewoners, in tegenstelling tot het ‘overloopbeleid’ en de megalomane stedelijke plannen van de jaren ’60 en ’70, met grootschalige sloop, hoge nieuwbouw, brede verkeerswegen en metrolijnen.

Naast de stadsvernieuwing werd ingezet op hoogwaardige werkgelegenheid, met name in de financiële sector, hoofdkantoren, automatisering en de creatieve beroepen. Met de Zuidas als een van de trekkers.

Echter veel nieuwe arbeidsmigranten, de zogenaamde ‘kenniswerkers’, moesten van buiten Nederland komen. Nieuwe expats en in Amsterdam blijvende afgestudeerden verhoogden de inwonersaantallen. Hierdoor nam de vraag naar koopwoningen, duurdere huurwoningen en starterswoningen toe. Door die grotere vraag stegen de koop- en huurprijzen flink. De woningmarkt in Amsterdam raakte ontwricht. Het beleid sloeg door.

Kan de stad dit wel aan?

Je zou verwachten dat dit beleid van het aantrekken van kenniswerkers, met name gericht op jongeren, zou worden stopgezet, nu het min of meer uit de hand is gelopen. Helaas gebeurt dit niet. Het wordt hooguit bijgesteld, iets kieskeuriger wat betreft het soort bedrijf of instituut. Zo is er nu sprake van dat een groot NAVO-fonds voor innovatie naar Amsterdam gaat komen, met in het kielzog veel start-ups in de ICT-sector.

Kan de stad dit wel aan? Is het niet beter om dit in Zuid-Limburg te vestigen? Dat is een krimpregio en kan wel een impuls gebruiken. Bovendien bevinden zich daar ook een universiteit en hogescholen. Zodat afgestudeerden ook in de eigen regio aan de bak kunnen komen. En er is al een NAVO-vestiging in Brunssum.

Over regio’s gesproken, in de pers wordt regelmatig melding gemaakt van een leegloop van het platteland, gebrek aan werkgelegenheid aldaar, verdwijnende zorgvoorzieningen en openbaar vervoersarmoede. Waarom dan toch alle werkgelegenheid concentreren in de grote steden? En de rest van het land laten verloederen? Het aantal krimpregio’s neemt gestaag toe. Het evenwicht is volledig zoek.

In Amsterdam zullen door de steeds toenemende vraag naar woningen en bedrijfsterreinen uiteindelijk de groene scheggen en Waterland moeten worden opgeofferd. De stad wordt dan een steenwoestijn. De leefbaarheid zal sterk verminderen. Het zal een Pyrrhusoverwinning worden.

Het lijkt misschien een doemscenario, maar het is zeker niet onrealistisch. Al enige jaren terug pleitte econoom Coen Teulings voor grootschalige woningbouw in Waterland. Dat zou goedkoper zijn. Maar ook de gemeente in haar zoektocht naar bouwlocaties wilde volkstuincomplex Amstelglorie opofferen voor woningbouw.

Daartegenover zou Amsterdam als economische motor de regio’s op sleeptouw moeten nemen, niet leegzuigen!

Liever meer spreiding

Kortom: spreiden met die hap. Meer werkgelegenheid en jongeren naar de regio’s voordat deze doodbloeden. Dan komt daar meer en broodnodig leven in de brouwerij.

En dan nu de clou. Door ongebreideld maar aanbieden van jongerenwoningen met tijdelijke contracten versterkt Lieven de Key deze negatieve ontwikkelingen in Amsterdam. De scheefgroei zal blijven toenemen. Daarom zou dit beleid gericht op jongeren met tijdelijke contracten sterk moeten verminderen. Misschien is het zelfs beter om nu helemaal ermee te stoppen totdat de stad weer in balans is. Helaas biedt de nieuwe Wet vaste huurcontracten in deze kwestie geen oplossing.