De werkgroep jongerencontracten aan het woord

In 2021 worden de jongerencontracten geëvalueerd. Dit staat in de samenwerkingsafspraken die de huurdersverenigingen samen met de gemeente Amsterdam en de corporaties hebben gemaakt. Akkemay, Tim en Anne Lotte zitten in de Werkgroep Jongerencontracten en voeden Arcade met informatie en ideeën.

In 2016 heeft De Key haar statuten gewijzigd. De corporatie heeft starters voorop gezet en werkt sindsdien met jongerencontracten, een tijdelijke huurovereenkomst voor huurders onder de 28 jaar. In 2021 lopen de eerste jongerencontracten af. Hoog tijd dus om jongeren die een jongerencontract hebben of hebben gehad, te bevragen.

In maart jl. heeft de gemeente een eerste onderzoeksvoorstel gepresenteerd. Op 11 maart hebben de gemeente, de corporaties en de huurdersverenigingen hier samen over gesproken. Huurdersvereniging Arcade is daarbij gevoed door de Werkgroep Jongerencontracten van Arcade, die de onderzoeksvoorstellen hebben beoordeeld en punten hebben aangedragen die volgens hen belangrijk waren. De werkgroep startte in maart.

Op 6 mei zijn de offertes van verschillende onderzoeksbureaus besproken. RIGO Research en Advies zal het onderzoek over jongerencontracten uitvoeren. Voor de corporaties, de huurdersverenigingen en de gemeente was dit de ideale kandidaat. De Werkgroep Jongerencontracten is ook tevreden.

Tim: ‘Er wordt verwacht dat je de hoofdprijs betaalt en veel jongeren denken dat ze ook de hoofdprijs moeten betalen.’

Tim: ‘Ik ben blij dat er niet alleen naar cijfers wordt gekeken. Naast kwantitatief onderzoek, zal er ook kwalitatief onderzoek worden gedaan. Er komen bijvoorbeeld focusgroepen waarin er met jonge gezinnen zal worden gesproken. De ervaringen van mensen die een jongerencontract hebben of hebben gehad, komen zo hopelijk ook naar voren. Mogelijk komen die overeen met de verhalen die leden van de werkgroep zelf ook hebben.’

Akkemay en Anne Lotte hebben beiden een jongerencontract. Akkemay woont op het Bickerseiland, Anne Lotte in Bos en Lommer. Tim woont in een studentencomplex in Diemen. Hij is student geschiedenis en geeft bijles aan middelbare scholieren. Akkemay is kunstenares, werkt als freelancer in de culturele sector en is yogadocent. Anne Lotte is filmmaker en werkt ook als freelancer in de culturele sector.

Hoe kwamen jullie in de werkgroep terecht en waarom was het belangrijk voor jullie?

Anne Lotte: ‘Ik ben via Arcade-bestuurslid Mark Nozeman in de werkgroep terechtgekomen. We zijn een jong gezin met een baby. We kunnen nog anderhalf jaar in onze jongerenwoning blijven. Ik representeer de groep jonge gezinnen die ook in jongerenwoningen zitten. Door mijn ervaringen te delen, geef ik jongeren in vergelijkbare situaties een stem. Ik leer zelf ook veel bij.‘

Tim: ‘Arcade-voorzitter Helmie Bijleveld benaderde me voor de werkgroep. Ik zet me in omdat jongeren een stabiele leefomgeving in Amsterdam nodig hebben. Jongeren bevinden zich in kwetsbare situaties. Ze weten vaak niet waar ze recht op hebben. Kleine kamers worden voor veel geld verhuurd. Er wordt verwacht dat je de hoofdprijs betaalt en veel jongeren denken dat ze ook de hoofdprijs moeten betalen. Ik heb me aangemeld voor de werkgroep omdat ik een constructieve bijdrage aan de evaluatie van de jongerencontracten wilde leveren. Ik was benieuwd naar de effecten van het jongerencontract.’

Akkemay: ‘Ik ben via Arcade-bestuurslid Saskia Koppelaar in de werkgroep terechtgekomen. Ze is ook voorzitter van onze bewonerscommissie. Saskia had enquêtes verspreid. Ik heb in de enquête aangegeven dat ik een tijdelijk contract heb en dat ik dat jammer vind. Saskia nam daarna contact met mij op. Ik mag hier nog twee jaar wonen. Ik voel me thuis in deze buurt. Mijn buren hebben al aangegeven dat ze een petitie starten als ik moet vertrekken. Ik heb een uitgesproken mening over jongerencontracten en voel me betrokken bij de stad. Daarom vond ik het belangrijk om deel te nemen aan de werkgroep.’

Akkemay: ik mag hier nog twee jaar wonen. Mijn buren hebben al aangegeven dat ze een petitie starten als ik moet vertrekken.’

Wat zijn wat jullie betreft de voor- en nadelen van een jongerencontract?

Anne Lotte: ‘Een jongerencontract kan de doorstroming bevorderen omdat jongeren zich ontwikkelen. Soms lukt het bijvoorbeeld om daarna een huis te kopen. De keerzijde van een jongerencontract is dat het tijdelijk is en het niet altijd lukt om opnieuw aan een woning te komen.

Ik vind het moeilijk dat ik niet in deze fijne buurt kan blijven. Je bent op een leeftijd waarin je aan het opbouwen bent. Als we moeten verhuizen, moeten we opnieuw een netwerk creëren. We hebben naar Den Helder gekeken omdat de huizen daar goedkoper zijn. Dat is voor ons netwerk wel een probleem. Grootouders gaan niet uren rijden om te kunnen oppassen. Daarnaast is het moeilijker om als freelancer in de culturele sector te werken.’

Tim: ‘Het is natuurlijk fijn dat jongeren dankzij jongerencontracten gemakkelijker aan betaalbare woonruimtes kunnen komen. Vijf jaar ergens kunnen wonen is fijn, tegelijk is het uitstel van executie. Je kunt niet veilig doorstromen. Er is een probleem met betaalbaarheid en beschikbaarheid. Amsterdam wil een stad van jonge mensen en cultuur zijn. Die jonge mensen kunnen het zich echter niet veroorloven om in de stad te wonen.’

Akkemay: ‘Het voordeel van een jongerencontract is dat je een woning kan vinden die je anders niet had gevonden. Daarnaast is vijf jaar genoeg om bijvoorbeeld in een goede vloer te investeren. Het nadeel van een jongerencontract is dat je niks opbouwt terwijl je juist in een fase van je leven zit waarin je je wil wortelen. Ik ben 30. Het is natuurlijk mooi dat ik een betaalbaar huis heb kunnen vinden, maar tegelijk is het uitstel van executie. Ik moet straks opnieuw op zoek naar woonruimte. Als je verhuist start je bovendien opnieuw met een hoge huur. Ik denk dat jongerencontracten niet goed zijn voor de sociale cohesie in Amsterdam. Wijken zijn niet gebaat bij tijdelijke bewoners.’

Anne Lotte: ‘Als ik ’s avonds in bed lig, heb ik er kopzorgen over dat ik over anderhalf jaar weg moet zijn.’

Er wordt weleens beweerd dat jongerencontracten de doorstroming op de woningmarkt bevorderen. Hoe kijken jullie hier tegen aan?

Anne Lotte: ‘Er moeten wel woningen zijn om naar door te kunnen stromen. Er zijn betaalbare huizen buiten de Randstad, maar het is niet gemakkelijk om je daar rond je 30stnog te gaan settelen. Je hebt dan elders al een netwerk. Het zou fijn zijn als er in de stadsregio meer huizen komen.’

Tim:Kijk, je hebt een korte fuik of een lange fuik. Uiteindelijk loop je met een jongerencontract  toch tegen drempels aan. Alleen stel je de zoektocht uit. Het blijft namelijk moeilijk om aan een woning te komen. Bij wonen hoort dat je je settelt, na je studie al en niet pas vanaf je 30ste. Dat je niet gedwongen wordt om door te reizen. Reizen is leuk maar wel als je zelf de vakantie kunt uitkiezen en kan bepalen hoe lang je ergens blijft.’

Akkemay: ‘Jongerencontracten bevorderen inderdaad de doorstroming. Je móet namelijk wel doorstromen. De vraag is echter waar naartoe. Er is een woningentekort. Voor de sociale cohesie is het daarnaast goed als mensen ergens langer wonen. Onlangs is mijn buurtgenoot Joop Capel overleden. Hij was één van de oprichters van de kinderboerderij op het eiland en woonde zijn hele leven op het Bickerseiland. Iedereen kende hem, ook ik had leuk contact met hem. Dit is tegenwoordig onmogelijk. Het is bovendien ingrijpend om te verhuizen en een nieuw thuis te creëren.‘

Hebben jullie het idee dat de flexibilisering in het algemeen en die op de woningmarkt in het bijzonder je leven bepaalt?

Anne Lotte:Zeker. Als ik ’s avonds in bed lig, heb ik er kopzorgen over dat ik over anderhalf jaar hier weg moet zijn. Ik wil me op mijn sociale leven en werk kunnen richten. Als je niet kan kopen ben je bijna genoodzaakt om een dure huurwoning te accepteren. Als kopen mogelijk is, moet je een flinke hypotheek aangaan. Je hebt de keus niet om daar mee te wachten. Je zou kleine studio’s moeten aanbieden om doorstromen aantrekkelijker te maken. En er zou geen einddatum aan een jongerencontract moeten zitten. Dan is het geen drama als doorstromen niet lukt. Ik kan met flexibel werk omgaan. Het is moeilijk dat ik óók een tijdelijk huurcontract heb. Je moet ergens op terug kunnen vallen. Wonen is een grondrecht. De overheid voldoet hier niet aan. Ik begrijp niet waarom hier niet tegen geprotesteerd wordt.’

Tim: ‘Zeker. Tijdelijke huurcontracten geven veel onzekerheid. Je hebt volgens de grondwet het recht op wonen, niet het recht om te blijven. Daar is wel enorme behoefte aan bij mensen die zich willen settelen. Flexibilisering gaat ook over nulurencontracten en het idee dat we continu moeten doorgroeien. Ondertussen is er geen plekje waar we houvast krijgen. Dat geeft stress. Een huis en een baan zouden de basis moeten zijn.’

Akkemay: ‘Zeker, ik voel de behoefte om ergens te blijven maar kan dat niet. Dat heeft een diepgaande invloed op je gevoel van veiligheid en zekerheid. Ik ben aan het bedenken waar ik dan wel kan blijven wonen, wat ik nog kan doen in Amsterdam de komende tijd voor ik eventueel uit de stad verhuis. Hoe kan ik mijn werk zo inrichten dat ik het ook op een andere plek kan doen? Ik wil hier eigenlijk helemaal niet mee bezig zijn. Toch moet ik mijn leven eromheen plannen. Dat heeft invloed op hoe ik hier woon en de relatie die ik met de buurt heb.

Je bent je er continu van bewust dat je uiteindelijk weg moet. Daardoor zit je er niet voor de volle 100 procent in. Het is alsof je een relatie hebt waar je net niet voor gaat. Ik zou me liever door de natuurlijke flow van het leven laten leiden. Dat ik op een gegeven moment zélf besluit om naar een andere woning te verhuizen.’

Tim, Anne Lotte en Akkemay vinden het fijn dat ze invloed hebben kunnen uitoefenen op het onderzoeksvoorstel over de jongerencontracten. Ze kijken met positieve spanning uit naar de onderzoeksresultaten en zijn benieuwd naar wat de gemeente uiteindelijk met de resultaten gaat doen.