Sinds 1 april is Karin Verdooren de nieuwe bestuursvoorzitter van De Key. We spreken haar in het vernieuwde kantoor van de woningcorporatie. Verdooren is toegankelijk en gedreven. Ze heeft hart voor huurders en woningzoekenden en zet graag een stap extra.
Verdooren is net begonnen in haar functie en wil eerst vooral heel goed luisteren. Ze haalt graag informatie op. Bijvoorbeeld door met huurders en bewonerscommissies te gaan praten.
Toen u zelf huurde, wat vond u toen belangrijk?
KV: Ik begon op een kamertje in het souterrain bij een Marokkaanse familie. De douche was in de keuken. Daarna kwam ik in een studentenhuis. Daar waren mijn huisgenoten natuurlijk ook belangrijk.
Ik heb daarna een zelfstandig appartement gehuurd in de Baarsjes, helaas bij een malafide huisbaas. Daar stonden in de winter de ijsbloemen op de ramen. Het lekte op de zolder. Ik begreep niet waarom het aanrecht zo extreem lang was en twee waterpunten had. Later ontdekte ik dat deze nutteloze toevoegingen meer waarderingspunten opleverden en dat zo een hogere huur kon worden gevraagd. Ik leerde toen dat het belangrijk is dat een verhuurder betrouwbaar is. Ik ben blij dat mijn dochter een studentenwoning in Utrecht huurt van een woningcorporatie. Dan weet je dat het betrouwbaar is.
Ik ben altijd aan mijn eigen ervaringen blijven denken toen ik ging werken bij een woningcorporatie in Utrecht. Je huis is een basisbehoefte. De woningen waren destijds nog slecht, dus we konden het verschil maken door de woningen te verbeteren.
Hoe kunt u in de functie die u nu bekleedt het contact met huurders behouden?
KV: Ik wil graag huurders en bewonerscommissies leren kennen. Het is belangrijk dat je weet voor wie je het doet en de verhalen kent die achter de cijfers schuilen. Op excel-sheets kun je alles aantonen, dat er bijvoorbeeld veel woningzoekenden zijn en dat je een bepaald aantal jaar op een wachtlijst staat voordat je een huis kunt krijgen. Maar als ik het verhaal van de mensen ken, gaat zoiets pas leven.
Een beheerder vertelde dat hij een net een huurcontract had laten tekenen door een 38-jarige mevrouw die vanaf haar 20-ste stond ingeschreven. Het was haar eerste woning. Als ik dat hoor, dan komen de feiten en cijfers tot leven.
De Key presenteert via haar website ook verhalen van huurders. Dat helpt mij ook om meer over huurders te leren.
Samengevat zou u dus zeggen: We gaan af van de “excel-sheets” en we gaan meer naar “de mens”.
KV: Je moet de feiten en de cijfers weten, maar je moet ook weten voor wie je het doet.
Wat wilt u bereiken in, zeg, 5 jaar?
KV: Elke corporatie heeft een enorme opdracht. Er zijn woningzoekenden, huurders die willen doorverhuizen en kwetsbare personen die huisvesting nodig hebben. En woningen moeten worden onderhouden, verbeterd en verduurzaamd. Tegelijkertijd moeten corporaties ook een groot bedrag (in de miljoenen) aan verhuurderheffing en belastingen betalen. Verhuurderheffing is eigenlijk geen goede benaming, het is meer een ‘huurderheffing’ want als corporatie betaal je die belasting uit de huuropbrengsten. Als corporatie moet je de belangen van huurders en toekomstige huurders dienen terwijl je beperkte financiële middelen hebt. Gelukkig werk ik samen met veel collega’s die ontzettend bevlogen zijn en hart voor de zaak hebben.
De Key heeft starters voorop gezet en werkt met jongerencontracten. Andere corporaties bedienen alle doelgroepen. Hoe beziet u de positie van De Key in de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC)?
KV: Omdat ik net begonnen ben in mijn baan en ik graag eerst wil luisteren en kijken en kennismaken, kan ik daar nu nog niets over zeggen. Met elkaar (AFWC) bieden we wat de stad nodig heeft. Door grote veranderingen in de intramurale zorg heeft bijvoorbeeld de kwetsbare doelgroep dringend woonruimte nodig. Dat kan betekenen dat een reguliere huurder misschien minder kans heeft omdat er een woningtekort is. Elke toewijzing aan de één is een afwijzing van de ander. Het is voortdurend schuiven met schaarste.
Beïnvloedt dit de buurtcohesie, denkt u?
KV: Een huurder kiest niet alleen voor zijn huis, maar ook voor zijn buurt. Een wijk is ook fijn als je je buren kent, als er sociale cohesie is.
U vertelde dat u al fietsend en wandelend Amsterdam aan het verkennen bent aan de hand van het vastgoed van De Key. Wat is uw indruk?
KV: Ik zie dat Amsterdam enerzijds geweldig en ‘booming’ is. Tegelijk is het zorgelijk dat wonen een ‘markt’ is geworden. Er zijn veel particuliere beleggers, grote en kleine. Zij vragen hoge huurprijzen, waardoor voor mensen met een bescheiden inkomen minder woningen beschikbaar zijn.
Zijn die een bedreiging voor De Key?
KV: Door commerciële ontwikkelaars en beleggers stijgen de grondprijzen. Beleggers zijn dus niet alleen een bedreiging voor De Key, maar voor de totale sociale woningbouw in het algemeen.
De Key verhuurt ook gemengde complexen met een concept erachter, bijvoorbeeld waarbij jongeren/studenten gemengd wonen met statushouders. Bij Riekerhaven en Elzenhagen worden huurders bijvoorbeeld geselecteerd op motivatie om bij te dragen aan de gemeenschap. Werkt dat goed?
KV: Ja, we zien dat hierdoor actieve bewoners instromen die zich inzetten voor het complex. Maar je kunt als corporatie zo’n gemengd complex niet even neerzetten, je moet blijvend alert zijn. Je moet mensen blijven motiveren om zich in te zetten voor de gemeenschap.
In het begin genereert het natuurlijk veel aandacht van onder andere de media, ook uit het buitenland. Maar je moet eraan blijven werken.
Hoe ziet u dat in reguliere wijken? Is daarvoor ook een concept voor gemeenschapsvorming?
KV: Door de jaren heen is de taak van de corporatie een stuk beperkter geworden. In de tijd van minister Vogelaar, rond 2007, waren er “krachtwijken” met een wijkaanpak. Door de nieuwe Woningwet in 2015 zijn corporaties die te veel deden aan wijkaanpak op de vingers getikt.
Botst die nieuwe woningwet niet met uw idealen?
KV: De Key ziet het natuurlijk wel, de problematiek in wijken, maar is geen specialist in hulpverlening. Daarom zijn er allerlei samenwerkingspartners, bijvoorbeeld de gemeente of zorginstanties. Die extra ondersteuning is belangrijk. Toen ik nog in Utrecht werkte was er een nauwe samenwerking met de buurtteams.
U hebt een complexe functie, er zijn spanningsvelden en tegenstrijdige belangen. Wat vindt u leuk aan uw baan?
KV: Het is zeker uitdagend. Maar dat je op deze positie het verschil kunt maken voor woningzoekenden, dat drijft mij. Dan is het extra fijn als het lukt om bijvoorbeeld een bepaalde bouwlocatie te bemachtigen om nieuwe huurwoningen te bouwen.
Ik zie om me heen dat niet alle mensen dezelfde mogelijkheden hebben. Wij als corporatie kunnen zorgen dat in ieder geval de belangrijkste basisbehoefte – woonruimte – is voorzien. Daar begint het mee, dat een vrouw of man een vaste plek heeft om in alle rust ontplooiing te vinden in studie of werk, of dat een kind een kamer heeft om huiswerk te maken. Daar wil ik wel een nacht over wakker liggen om dat te realiseren, met de beperkte financiële middelen die we hebben als woningcorporatie.
Problemen oplossen, is dat ook waarom u dit werk doet?
KV: Mijn ervaring is dat als iets helemaal niet lukt, je het om kunt draaien en kunt zeggen ‘als we er nu eens vanuit gaan dat het wél kan, wat hebben we dan nodig’? Dan word ik geraakt als het op die manier lukt, wanneer je een probleem benadert vanuit mogelijkheden en niet vanuit beperkingen.
En ik kan zo worden getroffen door de blijdschap van mensen die zich vervolgens intens verheugen op hun nieuwe huurhuis. Ooit, bij de presentatie van een nieuwbouwproject, kwam een aanstaande huurder aanlopen met z’n koffers gepakt, klaar voor de verhuizing. Dat ontroerde me enorm. Mensen die misschien nog negen maanden moeten wachten tot de oplevering, maar nu al zo blij zijn dat ze hun koffers klaar hebben staan om hun woning te kunnen betrekken.
Daarom is het voor mij belangrijk om huurders te kennen. In het nieuwe kantoorgebouw van De Key aan de Hoogte Kadijk hebben we alle vergaderzalen vernoemd naar mensen die belangrijk en vernieuwend zijn als het gaat om starten en wonen in Amsterdam. Dat zijn mensen uit de geschiedenis van De Key, en dat zijn ook huurders.