Voor wie is onze stad nu eigenlijk bedoeld?

Deze opinie verscheen 6 april 2021 in Het Parool.

Zodra het woord ‘woningnood’ valt wijst het Amsterdamse gemeentebestuur wat al te graag naar politiek Den Haag. Maar we weten allemaal dat die het woonbeleid al tien jaar over de schutting gooit. Amsterdam zou juist een dikke vinger in de pap moeten hebben op woongebied. Met al zeven jaar dezelfde sociale wethouder op Bouwen en Wonen zou je bovendien verwachten dat er zoiets als een visie op ‘een Amsterdam van Amsterdammers’ zou liggen.

De afgelopen weken werd geregeld in Het Parool geschreven over de uittocht van middeninkomens die in Amsterdam geen woning kunnen vinden, zowel koop als huur.

Zodra het woord ‘woningnood’ valt, wijst het Amsterdamse gemeente­bestuur graag naar politiek Den Haag. Terwijl dat het woonbeleid al tien jaar over de schutting gooit. Je zou na zeven jaar dezelfde socialistische wethouder op Bouwen en Wonen verwachten dat er een visie en een strategie op ‘een Amsterdam van Amsterdammers’ zou liggen.

Maar helaas is er nog steeds geen antwoord op de vraag voor wie de stad bedoeld is en wie hier nu eigenlijk een toekomst wordt gegund. Ook de Omgevingsvisie 2050 biedt geen aanknopingspunten. Zelfs de corporaties hebben geen idee welk type woningen de gemeente wenselijk vindt en hoe zij deze over de stad moeten verdelen.

Als huurdersvereniging zien wij steeds meer huurders uit alle inkomensgroepen in onzekere en onwenselijke woonsituaties belanden. Dat is maar ten dele te wijten aan de woningnood. Het ligt ook aan de weigering van het Amsterdamse gemeentebestuur om te bepalen voor wie Amsterdam bedoeld is.

Dit wordt geïllustreerd door gemeentelijke regelingen, zoals Van Groot naar Beter. Deze levert corporaties grote lege woningen op die een aantal van hen niet van plan is opnieuw te verhuren. Deze woningen gaan in de verkoop tegen marktconforme prijzen. Huurdersvereniging Arcade vindt dat de gemeente erop moet toezien dat grote woningen behouden blijven voor de huursector en voor meeroudergezinnen, en dat elke corporatie daaraan gehouden is op straffe van boetes en beperking op lucratieve projectontwikkeling.

Inmiddels heeft de gemeente een nieuwe regeling bedacht: een gewijzigd digitaal toewijzingssysteem om sociale huurwoningen te verdelen. Het is met name gericht op jongeren en ouders in echtscheiding. Voor meeroudergezinnen, ouderen en kwetsbaren – laat staan bewoners met een niet-urgente maar wel noodzakelijke verhuisbehoefte – betekent het een langere wachttijd. Deze regeling beidt wederom geen oplossing voor het gedrang om een betaalbare huurwoning.

Het voorgestelde digitale puntensysteem zou wat Arcade betreft getoetst moeten worden bij het College voor de Rechten van de Mens. Kan een gemeente zo op leeftijd discrimineren? Dit zou het gemeentebestuur misschien dwingen te antwoorden op de vraag: voor wie is Amsterdam bedoeld? Gaan we voor jong, flex, voor ‘ruggengraat’ en middeninkomens, voor van alles een beetje, of voor de superrijken?

Helmie Bijleveld
Voorzitter Huurdersvereniging Arcade