Een aantal bewonerscommissies hebben in april 2021 een videoboodschap opgenomen om de nieuwe directeur Karin Verdooren kennis te laten maken met de huurders van De Key. Zo ook de bewonerscommissie Zomerdijkstraat.

Zoals eerder gemeld wordt een aantal kunstenaars ten onrechte op straat gezet door een gemeentelijke fout. Zij spannen nu samen met Arcade een rechtszaak aan tegen De Key en de gemeente Amsterdam.

Het gaat om atelierwoningen die door professionele kunstenaars, na toetsing door CAWA – de Commissie voor Ateliers en (Woon)Werkpanden Amsterdam – maximaal twee periodes van vijf jaar mogen huren. Deze afspraak is al in mei 2016 vastgelegd in de zogenaamde ‘Samenwerkingsafspraken’. Dat is een overeenkomst tussen het gemeentebestuur en de woningcorporaties en de huurdersorganisaties.

Blijkt inmiddels dat alleen jonge kunstenaars in aanmerking komen. Ook is duidelijk dat de verlenging niet wordt toegepast. Terwijl de onlangs afgetreden verantwoordelijke wethouder, Laurens Ivens (SP), beweert dat alle op papier gemaakte afspraken netjes worden nageleefd. Eind 2017 zegt hij in de gemeenteraad zelfs dat kunstenaars bij een verlenging een vast huurcontract zouden moeten krijgen. Als ze nog als kunstenaar werkzaam zijn. De Key beweert daarentegen dat huurders van een atelierwoning alleen een ‘jongerencontract’ kunnen ondertekenen, waardoor ze sowieso niet in aanmerking komen voor verlenging.

De kunstenaars vinden dat de gemeente hen oneerlijk behandeld. Afspraken worden juist helemaal niet nageleefd. Ze staan straks zonder verlenging keihard op straat. Terwijl de woon-werkruimte hen rechtmatig toekomt en ze die heel hard nodig hebben. Eén van hen heeft dit jaar een kindje gekregen en was er vanuit gegaan dat ze nog minstens vijf jaar langer in de woning zou kunnen wonen en werken. Ook zij staat straks op straat, dan met een baby en zonder werkplek.

De rol van De Key

De Key is eveneens niet vrij van blaam, vinden de kunstenaars. Eén kunstenaar werd, vlak na de 28ste verjaardag en zonder medeweten, met een te vroeg gedateerd huurcontract in de atelierwoning geplaatst. Die fictieve maand huur moest ook nog worden betaald. Ook vinden de kunstenaars dat De Key het wel heel hard speelt door op wettelijke strepen te staan dat een jongerencontract opgezegd moet worden om een andere jonge kunstenaar te huisvesten. De Key is dat namelijk wettelijk helemaal niet verplicht . Bovendien laat De Key  kunstenaars boven de 28 jaar niet eens in aanmerking komen. Terwijl zij net zo veel recht hebben op een atelierwoning als kunstenaars onder de 28 jaar.

Met de rechtszaak hopen Arcade en de kunstenaars dat er een einde komt aan het gesjoemel met contractafspraken en dat de leeftijdsdiscriminatie stopt. En natuurlijk dat alle gedupeerden gewoon de verlenging krijgen waar ze recht op hebben.

Amsterdam is trots op haar internationaal geprezen kunstsector. Toch houden professionele kunstenaars nauwelijks het hoofd boven water. Om kunstenaars een hand te reiken is in 2016 afgesproken dat zij een betaalbare atelierwoning kunnen huren voor vijf jaar, met uitzicht op nogmaals vijf jaar verlenging. Nu blijkt door een fout in het beleid deze verlenging helemaal niet mogelijk.

Door deze bestuurlijke fout dreigen Lily Lanfermeijer en Temra Pavlovic, beide huurder van een atelierwoning bij De Key en beide beroepskunstenaar, komende oktober op straat te worden gezet.

Huur jij ook een atelierwoning met een tijdelijk contract? Meld je hier info@hvarcade.nl bij Arcade. Hoe meer mensen van zich laten horen, hoe beter deze beleidsfout de wereld uit wordt geholpen.

Toptalent in de Zomerdijkstraat

Lanfermeijer en Pavlovic huren een atelierwoning aan de Zomerdijkstraat, van oudsher een complex voor artistiek toptalent. Hier schreef Jan Wolkers Turks Fruit en kwam actrice Audrey Hepburn regelmatig langs voor balletlessen bij Sonia Gaskell. WOII-verzetsheld Gerrit van de Veen, die zijn grafische talenten gebruikte om joodse documenten te vervalsen, woonde er tot hij moest onderduiken. Na WOII bleef de Zomerdijkstraat een plek voor baanbrekende kunstenaars, zoals Wim Crouwel; één van ‘s werelds bekendste grafisch ontwerpers. Ook kunstenaar Remy Jungerman, die in 2019 Nederland vertegenwoordigde op de gezaghebbende biënnale in Venetië, woont er.

Alleen Jungerman heeft, net als 21 andere bewoners, een huurcontract voor onbepaalde tijd. Mede dankzij die stabiliteit heeft hij zijn kunstpraktijk in Amsterdam in alle rust tot wasdom kunnen brengen. Dat geluk hebben Lanfermeijer en Pavlovic niet. En met hen, Nicola Arthen, Inez de Brauw, Smári Róbertsson en Marit Westerhuis ook niet. Pavlovic: ‘De afgelopen jaren hebben wij veel geïnvesteerd in onze beroepspraktijk, ons netwerk verbreed en de atelierwoning optimaal ingericht voor het produceren van ons werk. Maar vijf jaar is niet voldoende om van de professionele en praktische randvoorwaarden de vruchten te kunnen plukken. Het kunstenaarschap is niet 1 op 1 te vergelijken met ondernemerschap, maar heeft een eigen dynamiek. Een kunstenaar moet bijvoorbeeld haar eigen unieke publiek creëren. We hebben de huurverlenging hard nodig.’

Beloofde verlenging is volgens De Key niet mogelijk

Lanfermeijer en Pavlovic behoren tot de eersten die de uitvoering van het huidige beleid meemaken. Met een kunstenaars-toptoets zijn zij vier jaar geleden door de CAWA, de Commissie voor Ateliers en (Woon)Werkpanden Amsterdam, voorgedragen als kandidaten voor hun atelierwoning op de Zomerdijkstraat. Inclusief het in het CAWA-reglement beschreven recht voor hertoetsing na vijf jaar en bij het behalen van die toets, een contractverlenging van wederom vijf jaar.

Desalniettemin hebben Lanfermeijer en Pavlovic van De Key bericht gekregen over het definitief aflopen van het huurcontract. Volgens Arcade, die De Key hierover heeft bevraagd, ziet het ernaar uit dat De Key Lanfermeijer en Pavlovic tevens niet zal voordragen voor hertoetsing bij de CAWA. Dit is anders dan wat er is afgesproken, wat in de gemeentelijke regeling is vastgelegd en waar Lanfermeijer en Pavlovic dan ook van uitgingen. Arcade vreest dat veel kunstenaars in hetzelfde schuitje zitten, ook bij andere corporaties dan De Key.

De Key beroept zich op het feit dat er wettelijk gezien geen manier is om huurders een tijdelijk contract te geven met uitzicht op een opnieuw tijdelijke verlenging, zoals de gemeente wil. Lanfermeijer en Pavlovic zijn destijds daarom in de atelierwoning geplaatst op basis van een tijdelijk jongerencontract, een contract dat tegen het vastgestelde gemeentebeleid in druist.

Op korte termijn zoeken naar een oplossing

De gemeente, die het huidige atelierwoningenbeleid heeft ingesteld, moet deze fout snel herstellen. De gemeente kan op die manier zorgen dat kunstenaars de afgesproken verlenging van het huurcontract inderdaad krijgen. Arcade roept de gemeente op om op korte termijn te zoeken naar een oplossing, zodat kunstenaars als Lanfermeijer en Pavlovic niet op straat komen te staan. Jonge kunstenaars ouder dan 28 jaar hebben in het huidige huurlandschap in Amsterdam niet veel andere kansen.

Pavlovic: ‘Het is duidelijk dat de gemeente welwillend is en dat zij kunstenaars voor de stad wil behouden. Het atelierwoningbeleid zou kunstenaars een springplank geven, maar zoals het in de realiteit wordt uitgevoerd, is deze springplank veel te kort. Het verliezen van werkruimte én woonruimte, op dit belangrijke moment in onze carrière, zal grote gevolgen hebben voor onze professionele toekomst en de waarde die ons werk kan toevoegen aan de culturele reputatie van Amsterdam.’

Het is eind mei 2020 als bewonerscommissie Jacob Oliepad een opmerkelijke brief ontvangt. De Key wil een atelierwoning verkopen die al een jaar leeg staat. Commissieleden Jan en Ankie Eindhoven leggen zich daar niet bij neer. Samen met Arcade lukt het om de verkoop tegen te houden. De woning in de Haarlemmerbuurt komt opnieuw beschikbaar voor een kunstenaar.  

Elke vier jaar worden er in Amsterdam zogenaamde ‘samenwerkingsafspraken’ gemaakt. Huurderskoepels, corporaties en de gemeente spreken dan af hoe er de komende 4 jaar wordt samengewerkt op het gebied van volkshuisvesting in Amsterdam. Het aantal atelierwoningen van Amsterdamse corporaties moet volgens de recente samenwerkingsafspraken ten minste 293 bedragen.

Een atelierwoning wordt in de Amsterdamse samenwerkingsafspraken als volgt omschreven: ‘Een atelierwoning is een sociale of vrije sectorhuurwoning met tenminste één ruimte ten behoeve van kunstproductie’. In dit geval ging het om een atelierwoning uit de sociale voorraad. Daarnaast zijn er in Amsterdam ook kunstenaarswoningen. In tegenstelling tot atelierwoningen hebben kunstenaarswoningen geen aparte werkruimte.

Atelierwoningen behoren tot de zogenoemde ‘ijzeren voorraad’ die de gemeenteraad heeft vastgesteld. Het doel van die ‘ijzeren voorraad’ atelierwoningen is het beschikbaar houden van woonruimtes voor kunstenaars. De beschikbare ruimtes zijn de afgelopen jaren fors gedaald. Tegelijk is de vraag naar betaalbare atelierwoningen alleen maar gestegen. Dat Jan en Ankie in verzet kwamen toen er opnieuw een atelierwoning verloren dreigde te gaan, was dan ook hard nodig.

Samen advies uitbrengen

Elk complex heeft een zogenaamde complexstrategie. In het complex van Jan en Ankie mogen er in principe geen woningen verkocht worden. Verkoop betekent een beleidswijziging die De Key moet voorleggen aan de bewonerscommissie.

Ankie en Jan namen direct contact op met hun achterban toen ze hoorden over de aangekondigde verkoop. Alle bewoners waren het met de bewonerscommissie eens. “Ik heb geen enkele positieve reactie op het verkoopplan gehad”, stelt Ankie. Ze belde vervolgens met De Key en vroeg of  de verkoop tegen gehouden kon worden. Dat bleek niet het geval.

“Het is als atelierwoning gebouwd en zo is het ook bedoeld”, stelt Ankie. Ze is er bovendien van overtuigd dat een kunstenaar het pand toch niet kan kopen. “Ik vertrouwde het niet en dus heb ik met Arcade contact gezocht. De Key denkt dat ze met een naïeve bewonerscommissie te maken hebben. Maar als ik het niet weet, dan zoek ik wel iemand die het wel weet”.

Bewonerscommissies hebben altijd met de zogenaamde Overlegwet te maken. Deze wet regelt het informatierecht, overlegrecht, adviesrecht en agenderingsrecht van huurdersorganisaties en bewonerscommissies. Dat er adviesrecht is betekent overigens ook dat de verhuurder van het schriftelijke advies van een huurdersorganisatie of bewonerscommissie mag afwijken. Daarvoor moet hij binnen veertien dagen schriftelijk zijn motivatie voor de afwijking meedelen aan de bewonerscommissie of huurdersorganisatie. Bewonerscommissies en huurdersorganisaties hebben zes weken de tijd om een advies uit te brengen.

Bewonerscommissie Jacob Oliepad moest snel met een schriftelijk advies komen. Arcade bestuursleden Gerharda van der Meulen en Saskia Koppelaar maakten samen met Jan en Ankie een concept. Het definitieve advies verstuurde de bewonerscommissie per aangetekende post op 9 juli naar De Key. De commissie was bang dat de grote woning na verkoop werd opgesplitst. Mogelijk werd het pand dan gebruikt voor Airbnb of als Bed & Breakfast. Een praktijk waar de buurt al langer door geteisterd werd.

In strijd met de samenwerkingsafspraken

Arcade verzond op 10 juli ook een eigen ongevraagd advies naar De Key. De verkoop van de atelierwoning was namelijk in strijd met de Amsterdamse samenwerkingsafspraken. In die afspraken is een verkoopstop voor sociale huurwoningen uit Centrum-West opgenomen. De Key ging ook tegen de afspraken in door de verkoop van een atelierwoning te willen compenseren met het opleveren van een kunstenaarswoning ergens anders in de stad, om zo de ‘ijzeren voorraad’ atelierwoningen op pijl te houden. Dit is ongeoorloofd omdat een kunstenaarswoning niet hetzelfde is als een atelierwoning. Een atelierwoning mag alleen worden verkocht als daar een nieuwe atelierwoning voor in de plaats komt.

Resultaat: geen verkoop, woning blijft sociale atelierwoning

Volgens de Overlegwet moet een corporatie binnen twee weken op een advies reageren. Na twee weken kwam De Key met een ontvangstbevestiging en de mededeling dat een inhoudelijke reactie later zou volgen. Na zes weken liet De Key weten de adviezen over te nemen. De atelierwoning blijft in de sociale voorraad en zal opnieuw aan een kunstenaar verhuurd worden.

Op 1 januari 2021 komt er waarschijnlijk een nieuwe huurder in het pand. Wie dat gaat worden is niet bekend. Ankie en Jan maken zich wel zorgen over het contract dat de nieuwe huurder krijgt. Mogelijk geldt er een vijfjarencontract voor de woon – en werkplek van de kunstenaar. Volgens Jan is het voor een kunstenaar niet prettig als hij na 5 jaar zowel zijn werkplek als zijn woonruimte moet opgeven. “Je wordt dan toch een soort woonnomade”, stelt hij.

Begin november heeft Platform Beeldende Kunst een brief aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gestuurd, over ateliers in evaluatie Woningwet 2015. Met groot success, want sindsdien is er een motie Dik-Faber door de Tweede Kamer aangenomen over atelierruimtes, welke als reactie op de brief van Platform BK is ingediend tijdens de behandeling van de cultuurbegroting!

In het kort komt het erop neer dat er meer ruimte zou kunnen komen voor andere partijen – zoals atelierorganisaties – om het maatschappelijk vastgoed te kunnen gaan beheren. Uit de stenogram zijn deze woorden van de minister te lezen:“Ik wil wel met gemeenten en de andere overheden kijken hoe groot die behoefte is, welke partijen hierin een rol kunnen vervullen en of overheden daarmee afspraken kunnen maken en wat er dan van het Rijk in de regelgeving wordt verwacht.”

Joram Kraaijeveld, inhoudelijk directeur Platform BK:Het is belangrijk dat ateliers als maatschappelijk vastgoed worden benoemd. Deze positionering van ateliers blijft ontzettend belangrijk in de verdere ontwikkeling van betaalbare atelierruimtes.

Het lijkt me goed dat de atelierorganisaties deze informatie meenemen in de gesprekken met de ambtenaren, wethouders en de kunstraden in hun gemeente. Zodra er nieuwe ontwikkelingen en behoeftes zijn, laat het vooral ook aan elkaar weten. Platform BK en de Kunstenbond komen graag in actie om de collectieve belangen te ondersteunen.”

Ateliers en atelierwoningen – Woningwet 2015  

De Amsterdamse woningcorporaties hebben eind vorige eeuw veel ateliers en atelierwoningen in bezit gekregen voor relatief weinig geld of zelfs een symbolische bedrag.

Dat leek destijds een goede waarborg om tot in lengte van jaren betaalbare ateliers en atelierwoningen voor beeldende kunstenaars beschikbaar te houden.

Helaas valt er de laatste jaren een forse teruggang in de beschikbare voorraad woon- en werkruimte voor kunstenaars waar te nemen.

De vorige regering heeft fors gesneden in het takenpakket van woningcorporaties en daartoe de Woningwet in 2015 ingrijpend gewijzigd. Dat was nodig vanwege enerzijds Europese regelgeving en anderzijds het rapport van de parlementaire enquêtecommissie die in 2014 onderzoek heeft gedaan naar misstanden in de sector. De corporaties moesten terug naar de kerntaak, namelijk het huisvesten van mensen die daar op eigen kracht onvoldoende toe in staat zijn. Daarnaast kon maatschappelijk vastgoed zoals ateliers tot de kerntaak gerekend worden, maar mocht er niet opnieuw in geïnvesteerd worden. De corporaties konden naar eigen inzicht besluiten of ze hun ateliers wilden behouden of zouden afstoten. 

Drie jaar na invoering van de herziene Woningwet kunnen we constateren dat de voorraad ateliers in Amsterdam fors gedaald is en dat van de gemeentelijke inzet om de bestaande voorraad ateliers en atelierwoningen zoveel mogelijk te behouden voor de doelgroep, niet veel terecht is gekomen.

Brief Platform Beeldende Kunst (PBK) 6 november 2018 aan minister Ollongren

Het Platform Beeldende Kunst heeft daarom begin november een brief gestuurd aan minister Ollongren in het kader van de evaluatie Woningwet 2015. De brief is hier online te lezen: Brief PBK. De kern van het betoog van het Platform is dat de voorraad ateliers onvoldoende beschermd is in de nieuwe Woningwet 2015. De constatering dat ateliers niet langer tot de kerntaak van de corporaties gerekend hoefde te worden, maakt nog niet dat ze geen maatschappelijke functie vervullen. 

Veel corporaties zijn gestimuleerd door de Woningwet om de ateliers een commerciële bestemming te geven of te verkopen. Die verdiensten komen niet te goede van nieuwe voorraad ateliers en atelierwoningen. Dat betekent weglek van maatschappelijk geld. De rekening wordt bij de gemeenschap neergelegd indien voorzien moet worden in nieuwe voorraad ateliers. Het Platform heeft minister Ollongren onder andere gevraagd om te onderzoeken in hoeverre de Woningwet gerepareerd kan worden zodat verdere afname van de voorraad ateliers voorkomen kan worden. 

Arcade steunt de brief van Platform Beeldende Kunst en volgt met veel belangstelling de ontwikkelingen. Het Platform Beeldende Kunst is één van de mede eisers in het beroep dat Arcade heeft ingesteld bij de rechtbank Amsterdam over de vastgoedscheiding van De Key. Dat beroep gaat mede over de voorraad ateliers bij De Key en de positie van de huurders. 

Met behulp van advocaat Henri Sarolea is een opmerkelijk resultaat bereikt voor een atelier waarvan het huurcontract na vijf jaar zou aflopen.

Het contract bepaalde dat het steeds met vijf jaar verlengd zou worden indien de kunstenaar uiterlijk twee maanden voorafgaand aan het contract te kennen zou geven te willen blijven huren. Het contract bepaalde ook dat De Key eerst een toets bij de CAWA, de Commissie voor Ateliers en (Woon)Werkpanden Amsterdam, zou aanvragen. De voorwaarde voor verlenging was dat ook de CAWA zou instemmen.

Dit voorjaar verliep de eerste termijn van vijf jaar af, maar het hele pand was inmiddels overgegaan naar Lieven de Stadt BV. Door Lieven de Stad BV werd de kunstenaar, die al per mail aangegeven had de ruimte graag te willen blijven huren, kort voor het einde van de huurtermijn benaderd met een huisbezoek waarin hem werd medegedeeld dat hij alleen nog in aanmerking kon komen voor een laatste contract van nog twee jaren en dat een CAWA toets niet nodig was voor dit contract. Als de huurder dit nieuwe contract geaccepteerd zou hebben, zou hij bij afloop 32 jaar oud zijn en te oud om nog als starter in de zin van de statuten te kwalificeren. De huurder (die destijds bij het afsluiten van het contract de Nederlandse taal nog niet machtig was) raakte in verwarring en vroeg advies aan Arcade.

Arcade twijfelde aan de rechtmatigheid van de opstelling van Lieven de Stadt BV. Ook als het voor twee jaar te tekenen contract daarna omgezet zou worden in een voor onbepaalde tijd, zoals Lieven de Stad reageerde, zou het nog altijd een achteruitgang betekenen voor de rechtspositie van de kunstenaar.

Voor bedrijfsruimte van deze soort betekent dit namelijk juridisch dat zowel verhuurder als huurder iedere maand kunnen opzeggen. De huurder kan wel bij de rechter maximaal voor één jaar ontruimingsbescherming aanvragen. Dit kan – als het verzoek toegewezen wordt – daarna nog twee keer herhaald worden , zodat de kunstenaar in het gunstigste geval dan nog drie jaar kan blijven zitten tegen een door de rechter vast te stellen huur. Maar ook in dit gunstigste geval betekent dit wel een lange periode van onzekerheid en het is ook zo dat de huurder zelf actie richting de rechter moet ondernemen binnen twee maanden na de dag waartegen officieel de ontruiming is aangezegd. De verhuurder moet daarbij op de hoogte zijn gebracht dat er een dergelijk verzoek bij de rechter ligt, om te voorkomen dat zij tot ontruiming overgaat zonder het oordeel van de rechter af te wachten.

Voor het bepalen van de toekenning van ontruimingsbescherming, en de eventuele duur daarvan maakt een rechter een afweging van de wederzijdse belangen. Omdat de statuten van de verhuurder hierbij veel gewicht in de schaal leggen vergroot dit aanzienlijk de kans dat de kunstenaar na twee jaar het veld zou moeten ruimen als Lieven de Stad tegenover hem zou staan. De Key heeft immers in de statuten bepaald dat zij er in de eerste instantie voor starters zijn. Dit beleidsprincipe wordt ook doorgetrokken naar kunstenaars.

Een contract voor onbepaalde tijd is daarom niet zo’n luxe optie als het lijkt.

Lieven de Stad deed geen moeite om dit allemaal aan de kunstenaar te vertellen. De CAWA werd tegelijkertijd afgedaan als een organisatie die vervelende regels voorschreef, en waar je als kunstenaar dus beter niet mee te maken kon hebben. Er werd door Lieven de Stad voor het twee jaar contract wel een kleine huurverlaging beloofd. De huurprijs was ten tijde van het afsluiten van het contract al aan de hoge kant, zelfs als men zou uitgaan van een commerciële huurprijs. Kunstenaars komen door deze hoge prijzen vaak in de moeilijkheden, en proberen hun atelier te delen of er zelfs te wonen.

Ooit was Lieven de Key de corporatie met relatief de meeste ateliers en atelierwoningen.

De oorzaak van hoge huur voor ateliers dateert uit 2013, toen de toenmalige directeur besloot dat De Key – destijds in financiële moeilijkheden door wanbeheer – in het merendeel van alle sociale en culturele activiteiten diende te snoeien , waaronder de betaalbare huur voor ateliers. Andere corporaties vonden toen dat zij niet achter konden blijven.

De Key maakt er geen geheim van dat zij tegenwoordig ateliers, net als winkelpanden als ‘gewoon’ bedrijfs-onroerend goed beschouwt, en dat zij in die hoedanigheid overgeheveld zijn naar Lieven de Stad om er eenkamerwoningen van te maken. Ondertussen vraagt zij waar mogelijk een commerciële prijs voor vastgoed dat voor weinig geld is verworven of met gemeenschapsgeld gebouwd.

Niet alleen door De Key, maar ook door ander corporaties zijn, zoals gebleken, veel ateliers bij leegkomen ‘omgekat’ naar een andere bestemming dan atelier, bijvoorbeeld als kantoor of zelfs als woning.

Dit zou kunnen verklaren waarom de voorraad van voor kunstenaars betaalbare ateliers, die de gemeente in stand wil houden als ‘ijzeren voorraad’, bij elke inventarisatie weer op magische wijze lijkt gekrompen.

De kunstenaar in kwestie heeft geluk gehad. Omdat hij eind 2017 een aankondiging had gehad van de overgang van zijn atelier naar Lieven de Stad, had hij op tijd, weliswaar indirect, maar op geldige wijze aangegeven dat hij in het atelier wilde blijven. Op een rechtszitting tussen Arcade en de Key bij de Autoriteit Wonen werd zijn zaak aan de orde gesteld. Hier verklaarde directeur Leon Bobbe ter plekke dat de bv Lieven de Stad de bepalingen uit het vijf jaar geleden met de corporatie De Key gesloten contract diende te respecteren. Dat maakte de zaak gemakkelijk waardoor er geen procedure nodig was om Lieven de Stad aan het contract te houden. Overigens zou volgens de advocaat in een procedure de kunstenaar zeer sterk gestaan hebben.

Arcade raadt iedere kunstenaar aan om nog eens goed naar zijn of haar contract te kijken. Als er sprake is van een CAWA clausule is het zaak om tijdig aan te geven dat je de huur wilt verlengen.

Alice van der Niet
Bestuurslid huurdersvereniging Arcade

door BC Zomerdijk, juni 2018

Een stukje geschiedenis

Begin jaren dertig raakte de architect Piet Zanstra geïnspireerd, toen hij bij zijn kunstenaarsvrienden in Parijs de atelierwoningen van Le Corbusier bezocht. Eenmaal terug in Nederland heeft hij samen met de architecten Giesen en Sijmons de handen ineen geslagen en realiseerde in 1934 het atelierwoningencomplex van Nederland. Er was veel behoefte aan woon-/werkruimte voor kunstenaars en mede dankzij wethouder Publieke Werken De Miranda, heeft de gemeente Amsterdam ingestemd met de bouw van dit complex, aan de rand van het Plan Zuid van Berlage, met een speciaal tarief voor de erfpacht voor dit prachtige particuliere initiatief.

Het complex met 32 atelierwoningen aan de Zomerdijkstraat in de Rivierenbuurt was voor die tijd een uniek project en is een sleutelwerk in de Nederlandse architectuur. Er zijn 24 schildersateliers met grote raampartijen op het noorden en acht beeldhouwateliers met openslaande hoge deuren aan de straatkant. Het complex heeft een rijke cultuurhistorie door bewoners als kunstenaar en schrijver Jan Wolkers, beeldhouwer en verzetsstrijder Gerrit van der Veen en de oprichtster van het Nationaal Ballet Sonia Gaskell, die er balletles gaf aan leerlingen als Audrey Hepburn en Wim Sonneveld. Sinds 1988 heeft dit gebouw de status van Rijksmonument. Er wonen en werken beeldend kunstenaars, die zorgvuldig geselecteerd en voorgedragen worden door de gemeente Amsterdam.

Het Zomerdijkstraatcomplex is in 1987 voor fl. 950.000,- aan de gemeente Amsterdam verkocht. Vervolgens is in 1990 het complex voor het symbolische bedrag van één gulden overgedragen aan Woningcorporatie Lieven de Key, met belofte tot behoud van atelierfunctie. Het pand werd vervolgens uit publieke middelen voor drie miljoen gulden gerenoveerd. Deze renovatie is uitgevoerd door architect Bertus Mulder in overleg met Bureau Monumenten Amsterdam en heeft ondertussen ook de monumentale status gekregen. De atelierfunctie van dit complex staat bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) uitvoerig beschreven.

Beleidswijzigingen

Sinds de oplevering rustte op dit pand de unieke bestemming Wonen-Atelier. Een aantal generaties kunstenaars heeft hier ongestoord kunnen wonen en werken. Sinds 2011-2012 zijn er echter beleidswijzigingen doorgevoerd die het complex en zijn bewoners direct treffen. Zo schrapte De Key kunstenaars en senioren als specifieke doelgroep en ging over tot verkoop van seniorencomplexen, ateliers en atelierwoningen. Een groot aantal woon en werkpanden in bezit van de gemeente zijn eind vorige eeuw voor een symbolisch bedrag overgedragen aan Lieven de Key. Ook veranderde stadsdeel Zuid de originele bestemming Wonen-Atelier (WA) in  Wonen (W). Verkoop en splitsen van de sociale voorraad was mogelijk door de afspraken tussen gemeente, corporaties en de Huurdersvereniging Amsterdam in Bouwen aan de Stad 1 en 2. Dit betekent onder andere dat corporaties een uitzonderingspositie innemen en er geen strenge voorwaarden worden gesteld aan het afgegeven van een splitsing vergunning. Ook ontbreekt het toezicht op de gemaakte afspraken. Tevens werden de wooncorporaties door de Woningwet gedwongen hun bezit op te delen in Daeb- en niet-Daeb en een deel van hun bezit te vermarkten.

Volgens De Key heeft het vorige Arcadebestuur met bovengenoemde beleidswijzigingen ingestemd. Het toenmalige advies van Arcade heeft de Key geïnterpreteerd als positief: een interpretatie waar het huidige bestuur van Arcade nog steeds haar vraagtekens bij zet (zie Arcade advies complexstrategie 05-2018). De zittende huurders van de Zomerdijkstraat hadden in 2012 geen actieve bewonerscommissie waardoor er geen duidelijke communicatie tussen De Key, Arcade en de kunstenaar-huurders plaats kon vinden.

Verkoop in het complex

In 2012 trokken de bewoners aan de bel toen - tot hun verbazing - de atelierwoningen te koop werden aangeboden als appartementen, ook aan de zittende huurders. Eén van de bewoners ging naar het stadsdeel Zuid in de veronderstelling dat op het pand nog de bestemming Wonen-Atelier (WA) rustte en kreeg van het stadsdeel een papieren afgifte van het bestemmingsplan, waarop de bestemming WA inderdaad nog gewoon aangegeven stond. Later bleek dat het een ‘oude’ versie betrof. De gemeente had zich vergist, wat op z’n minst verwarrend was.

Voor de meeste zittende kunstenaar-huurders is koop geen optie, omdat het vaak ZZP-ers zijn met wisselende inkomsten en het afsluiten van een hypotheek niet mogelijk is. Het gevolg is dat dit unieke complex, dat met veel overheidssteun door De Key is aangeworven en gerenoveerd, dreigt te verworden tot een beleggingsobject voor zowel de corporatie als de huidige en toekomstige eigenaren.  Zo komt er een einde aan een langdurige culturele traditie en dat moet volgens de kunstenaars en buurtbewoners met man en macht voorkomen worden. Door de stalen constructie is dit complex ook nog eens gevoelig voor geluidsoverlast en het is problematisch om in zo’n gehorig pand werkende kunstenaars en (rustzoekende) kopers samen te voegen.

De voorgenomen verkoop van de atelierwoningen staat volgens de kunstenaars haaks op de ambities en het beleid van de gemeente om Amsterdam internationaal als creatieve stad te positioneren. De in 2013 opnieuw geregistreerde bewonerscommissie Zomerdijkstraat heeft veel brieven naar politici, De Key en andere belanghebbenden verstuurd, ingesproken in raadsvergaderingen en vergaderingen van stadsdeel Zuid. Gemeentepolitici van de PVDA, SP, Groenlinks, CDA en D66 zijn op bezoek geweest en we hebben geparticipeerd met ‘Open ateliers’ en ‘Open monumentendag’. Boekhandel Jimmink heeft in de Rivierenbuurt het initiatief genomen voor een handtekeningenactie tot behoud van de atelier-woonfunctie van dit complex. De buurtbewoners hebben aangegeven dat zij het ook als een meerwaarde voor hun buurt ervaren, dat de atelier-woonfunctie van dit cultuurhistorische pand behouden blijft. Een aantal politici van stadsdeelcommissie Zuid heeft tijdens verschillende commissievergaderingen aangegeven dat zij de consequenties van deze bestemmingswijziging niet heeft voorzien: hierdoor verdwijnt een cultuurhistorische plek “met eenkloppend hart” uit de buurt. Ook in de gemeenteraad is, als reactie op onze inspreekteksten, een mea culpa geuit. Bureau Monumentenzorg Amsterdam heeft aangegeven dat zij in haar advies, voorafgaande aan de bestemmingsplanwijziging, onvoldoende aandacht heeft geschonken aan de consequenties voor dit Rijksmonument.

Als bewoners hebben wij gezocht naar oplossingen om het historische karakter van het gebouw te behouden. Wij hebben onder andere contact gezocht met de stichting Diogenes, die garant staat voor behoud van de atelierfunctie en het monumentale karakter van het gebouw. De stichting was geïnteresseerd in de aankoop van het hele complex. Het is helaas niet tot een verkoop gekomen omdat partijen, na serieuze onderhandelingen, het niet eens konden worden over de prijs. Woonstichting De Key geeft als reden tot gestaakte verkoop aan dat zij de wettelijke verplichting ‘streven naar winstmaximalisatie’ na moeten leven. Ook is een overleg met Stadsherstel Amsterdam voorlopig op niets uitgelopen. Door een ongelukkige samenloop en door misverstanden is de culturele waarde van het pand onvoldoende beschermd.

https://www.arcam.nl/atelierwoningen-aan-de-zomerdijkstraat/

Tussen wal en schip

Gezien de dubbele functie van atelierwoningen vallen wij  in de gemeentelijke organisatie steeds tussen wal en schip: vallen we onder de commissie Wonen of onder de commissie Cultuur?  Op beide fronten heeft de bewonerscommissie steun gezocht voor het behoud van de woon-/werkfuncties van het complex. De wethouder van Wonen, Laurens Ivens, heeft uitgezocht hoeveel het zou kosten de bestemming terug te draaien naar  Woning-Atelier. Dit bedrag is een publiek geheim, maar volgens de leden van de toenmalige oppositie PvdA en Groenlinks niet onoverkomelijk. Een motie van deze partijen heeft het in de raad niet gehaald. Hopelijk lukt het in de komende bestuursperiode wel, nu deze partijen deel uitmaken van de coalitie.

Opmerkelijk is dat wèl een aanzienlijk bedrag uit de begroting van Volkshuisvesting is doorgesluisd naar het Broedplaatsenbeleid, met de uitdrukkelijk vermelding dat deze middelen niet mochten worden ingezet voor behoud van onder andere een ateliercomplex als de Zomerdijkstraat. De voormalige wethouder van Cultuur, Kasja Ollongren, gaf tijdens een raadsvergadering duidelijk te kennen dat ze niet wilde investeren in ‘oud’, maar in ‘nieuw’.

Het is in onze ogen zonde om cultuurgeld alleen in tijdelijke broedplaatsen te investeren – gericht op gebiedsontwikkeling. Door onze ervaringen pleiten wij ook voor meer zeggenschap van gebruikers.

Verkoop en tijdelijke jongerencontracten

In 2013 zijn, tijdens de mogelijkheid tot verkoop, twee atelierwoningen verkocht aan ‘zittende huurders’. Eén atelierwoning is in 2018 doorverkocht, waarbij door de makelaar aan aspirant kopers te kennen is gegeven dat er interne verbouwingen mogelijk zijn, wat de Monumentenstatus van het complex in gevaar brengt. Er is hierover geen overleg met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed of Bureau Monumenten Amsterdam geweest.  De bewonerscommissie heeft een aantal keer contact opgenomen met Bureau Monumenten Amsterdam en er zijn medewerkers polshoogte komen nemen. Er werd afgesproken dat een nulmeting zou gaan plaatsvinden om de overgebleven monumentale aspecten te registreren en te beschermen. In 2018 heeft deze nulmeting nog steeds niet plaatsgevonden.

Tot onze grote vreugde geeft De Key in 2016 aan de verkoop van de atelierwoningen in de Zomerdijkstraat voorlopig stop te zetten. De atelierwoningen worden weer te huur aangeboden aan – jongere – kunstenaars, die door de gemeente geselecteerd worden. Dit geeft echter geen garantie voor de toekomst, omdat beleidsplannen van De Key voor vijf jaar worden vastgesteld en ook het gemeentebestuur elke vier jaar wijzigt.

Toewijzing door de CAWA

Door natuurlijk verloop zijn er in drie jaar tijd zes atelierwoningen vrijgekomen. Deze woningen worden – evenals in het verleden – toegewezen door de Commissie voor Ateliers en (Woon-)Werkpanden Amsterdam, de CAWA. Deze commissie adviseert de gemeente inzake het atelierbeleid. Met een ‘Top-toets’ worden de nieuwe kunstenaars-bewoners voor de atelierwoningen geselecteerd.  Omdat De Key haar beleid focust op jongeren, komen nu alleen jongere kunstenaars tot en met 27 jaar in aanmerking voor deze atelierwoningen. Alle nieuwe contracten worden nu uitgegeven voor een duur van slechts vijf jaar met behoud van woonduur bij Woningnet. Echter is vijf jaar wachttijd niet lang genoeg om een woning bij Woningnet te verkrijgen. Dit betekent dat deze jonge kunstenaars na vijf jaar op straat komen te staan. Het is onrealistisch te verwachten dat autonome kunstenaars binnen vijf jaar dermate in inkomen zullen groeien om daarna te kunnen ‘doorstromen’ naar huur op de liberale markt of koop. Waar moeten deze jonge Top-kunstenaars na vijf jaar naar toe? Zonder betaalbare woon- en werkruimte zal de jongste generatie kunstenaars uit Amsterdam verdwijnen.

Ook de huidige generatie jongere huurders zouden ongestoord hun werk moeten kunnen ontwikkelen op een betaalbare plek. We willen ook de toekomstige generaties kunstenaars in de stad houden.  Tijdelijkheid is slechts een lapmiddel, geen oplossing voor het gebrek aan betaalbare woon- en werkruimte in Amsterdam.

De ijzeren voorraad

Mede naar aanleiding van de casus Zomerdijkstraat, is de ‘ijzeren voorraad atelierwoningen’ in de Samenwerkingsafspraken, afspraken tussen gemeente, corporaties en huurders, opgenomen. De belangenbehartigers van kunstenaars vragen al jaren aan de gemeente of zij een lijst met de bestaande ateliers en atelierwoningen wil samenstellen. Deze ‘ijzeren voorraad’ moet snel in kaart gebracht worden, want door verkoop verdwijnen de ateliers en atelierwoningen in bezit van corporaties en gemeente als sneeuw voor de zon. De samenstelling van deze lijst wordt bemoeilijkt, doordat de CAWA geen archief heeft bijgehouden van toewijzingen uit het verleden en de corporaties geven geen duidelijk overzicht.  Zo heeft De Key bijvoorbeeld aangegeven dat ze nog maar 12 atelierwoningen in bezit heeft, terwijl er op de Zomerdijkstraat al 30 te tellen zijn.

Vlak voor de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen lag een lijst van deze ‘ijzeren voorraad’ ter inzage bij de gemeente en de raadsleden mochten deze alleen inzien als er voor geheimhouding werd getekend. Het gebrek aan transparantie roept vragen op. Ook is onduidelijk of slechts de aantallen ateliers en atelierwoningen worden beschermd en niet de objecten. Dat houdt in dat de cultuurhistorische panden, zoals de Zomerdijkstraat, niet veiliggesteld worden voor de toekomst, ze kunnen immers vervangen worden door nieuw te bouwen atelierwoningen of broedplaatsen met veel minder goede voorzieningen. De belangenbehartiging door de huurders is niet gewaarborgd.

Streven naar een duurzame oplossing

Ons complex heeft de vastgoedscheiding Daeb/-niet Daeb overleefd, daar zijn we opgelucht over. De atelierwoningen worden nu tijdelijk verhuurd tegen de maximale sociale huurprijs. Onze gebiedsbeheerder geeft aan dat De Key in vijfjarenplannen denkt en dus geen garanties voor de toekomst kan bieden. Niet alleen voor de jongeren, maar voor alle bewoners is er continue de onzekerheidsfactor over de toekomst, die het woongenot, de leefkwaliteit en de beroepspraktijk ondermijnt. Het gaat tevens ten koste van de sociale cohesie: als je binnen vijf jaar moet vertrekken, zul je je minder binden aan de omgeving, aan de buren en zul je ook minder investeren in het opknappen van je woning en atelier.

Het wordt tijd dat in plaats van de financiële waarde de intrinsieke waarde der dingen gezien en gewaardeerd gaat worden. Ook wij zijn ons bewust van de complexiteit van de woningmarkt. De doelgroep van autonome kunstenaars wordt niet door iedereen als een vanzelfsprekend essentiële groep in de samenleving beschouwd. Veelal wordt deze doelgroep ingezet voor gentrificatie, het tijdelijk inzetten van kunstenaars voor het opwaarderen van de economische en culturele waarde van een buurt. Kunstenaars worden gedwongen zich te commercialiseren of te institutionaliseren.

Het ideële doel van corporaties: het faciliteren van betaalbare woningen voor onbepaalde tijd aan huurders van alle leeftijdscategorieën, staat op de tocht, zonder dat aan burgers, die zijn aangewezen op dit segment van de woningmarkt, een redelijk alternatief wordt geboden. De huurder heeft behoefte aan zeggenschap over de eigen leefomgeving. Wij willen graag met De Key en de gemeente werken aan een duurzame oplossing om het vestigingsklimaat van kunstenaars in Amsterdam te waarborgen en te stimuleren.

Zie voor meer informatie over dit complex:

– website: http://www.zuidelijkewandelweg.nl/archief/architectuur/atelierwoningenzomerdijkstraat.htm

– architectuurboek van Mariëtte van Stralen, Atelierwoningen Zomerdijkstraat 1932-1934

Ook kunt u Atelierwoningen Zomerdijkstraat op Facebook volgen, waar een van onze bewoners een inventarisatie maakt van atelierwoningen om de waardevolle voorraad in kaart te brengen. Kent u nog meer voorbeelden? Stuur deze dan graag op naar het Facebook account of per e-mail.